Het vijfjarenplan van IVM: aanjager van groei

IVM maakt werk veilig. Die missie staat zelfs groot op het pand. Het bedrijf geeft veiligheidstrainingen, zet veiligheidspersoneel in, geeft advies en verhuurt apparatuur. Er staan ruim honderd medewerkers op de loonlijst, verdeeld over het hoofdkantoor in Coevorden en vier vestigingen. Dat is het gevolg van enkele decennia groei en ondernemerschap.

Pa Veenvliet (†2012) ging in 1988 van start met ‘Instituut voor Veiligheid & Milieu’, kortweg IVM. In 2007 namen de twee zoons Marius en Henk het over. Een overname waarbij beide partijen werden bijgestaan door een adviseur van Visser & Visser. “Knap hoe ze dat onderling gedaan hebben”, glimlacht Marius. Hij voert vandaag het woord, zoals hij dat als algemeen directeur vaker doet.

Amper een jaar nadat Marius en Henk het bedrijf van hun vader overnamen, namen ze een branchegenoot in Zuidbroek over, nu vestiging Groningen. Er volgden jaren van gestage groei en nog enkele overnames.

Hij blikt terug op zijn eerste ondernemersjaren met de zelfreflectie van een vijftiger. “Henk was gelukkig mijn rem. Hij is een man van de inhoud. Ik was opportunistisch. Vaak dacht ik dat mijn mening de beste was. Maar ik heb geleerd om beter te luisteren, en te kijken naar meerdere oplossingsrichtingen.”

“Ik ben een klantenman, een visionair, een strateeg”, zo schetst hij – als toelichting - zijn ondernemersprofiel. “Ik heb altijd duizend-en-een ideeën. Ik heb daarom mensen nodig die in mijn visie geloven, kritisch zijn en meebouwen. Ik wilde me vroeger overal mee bemoeien, dacht overal de beste in te zijn. Maar ik ben een generalist. Ik heb moeten leren loslaten en ben gaan accepteren dat ik niet overal goed in hoef te zijn.”

Voor het familiebedrijf was groei geen kwestie van toeval. Toen de omzet op een zeker moment stagneerde, kwamen de broers Veenvliet met een ambitieus ‘koersplan’. Een vijfjarenplan. De omzet moest bijna verdubbelen. Die vijf jaren zijn nog niet voorbij, maar nu al is duidelijk dat het doel gehaald wordt. En wéér staat er een fikse groei op het verlanglijstje, dit keer voor 2030. “Groei is geen doel op zich. Maar wij willen een 9 of 10 voor klanttevredenheid scoren. Om de juiste kwaliteit te realiseren, is omvang nodig. Daarom zullen we niet alleen autonoom groeien, maar ook overnames doen.”

Het betreffende vijfjarenplan past op een A3’tje (“Helaas net te groot voor een A4’tje”). Het plan is nog in ontwikkeling, maar duidelijk is dat groeien opnieuw een uitdaging zal zijn. “Onze organisatie is er klaar voor. We hebben ons team en onze processen zo ingericht, dat we waarde toevoegen aan de bedrijven die we overnemen. Maar we moeten de komende jaren ook werken aan thema’s als talentontwikkeling, leiderschap en verjonging binnen het bedrijf.”

Welke uitdaging de ondernemers ook hebben, ze sparren graag even met de mensen van Visser & Visser en Arpentus. “Ze kennen ons al járen, kunnen onze cultuur, achtergrond en persoonlijkheden doorgronden. Het is mijn stellige overtuiging dat zo’n vertrouwensrelatie meerwaarde heeft. Die relatie kon zo ontstaan”, vindt Marius, “omdat ze bereikbaar en flexibel zijn. En omdat ze willen luisteren, sparren én met tegenwerpingen komen. Dat is belangrijk, want ik wil mijn denkwijze kunnen toetsen.”

Lange termijnrelaties, dat is het sleutelwoord voor Marius – of beter: voor IVM. En daarmee vormen persoonlijke relaties een rode draad door jaren van groei en overnames. Een rode draad die tientallen jaren historie verbindt met een veelbelovende toekomst. “Want”, zegt Marius, “we gaan nog méér kraaltjes aan de ketting rijgen…”

Eric de Ruijter, partner bij Arpentus, kijkt niet meer op als Marius Veenvliet van IVM hem belt. “We bellen bovengemiddeld vaak met elkaar”, zegt hij met een glimlach. “De ene keer wil Marius mijn mening horen, even sparren of een idee toetsen. De andere keer zitten we in spannende onderhandelingen rond een overname. Ik merk dat Marius openstaat voor adviezen, en ze echt meeneemt in zijn afwegingen. Hij reageert niet overhaast, maar laat het soms – zoals hij het noemt – ‘een nachtje indalen’. Dat is verstandig. Het is mooi dat we zo nauw betrokken worden bij de groei van IVM.”