Uniek hoor! Straks de grens over met Unie-KOR

woensdag 18 september 2024

Op 1 januari 2025 wijzigt de kleineondernemersregeling (KOR). De KOR biedt btw-ondernemers onder voorwaarden de mogelijkheid om te worden ontheven van administratieve, facturerings- en aangifteverplichtingen. De huidige KOR kan door ondernemers alleen in de EU-lidstaat van vestiging worden gebruikt of in een andere EU-lidstaat, mits een ondernemer aldaar een vaste inrichting heeft. Vanaf volgend jaar is het mogelijk om ook zonder een vaste inrichting de KOR grensoverschrijdend toe te passen: de Unie-KOR (of EU-KOR). Hierna lees je onder welke voorwaarden dit kan, hoe je je hiervoor kunt aan- en afmelden en wat voor jou de gevolgen zijn als je voor de Unie-KOR kiest.

Twee regelingen

Er zijn straks twee regelingen waarvan ondernemers onder voorwaarden gebruik kunnen maken:

  1. de binnenlandse KOR; en

  2. de grensoverschrijdende KOR.

Wil je weten welke wijzigingen de binnenlandse KOR volgend jaar ondergaat? Lees dan dit blog. Hieronder wordt op hoofdlijnen ingegaan op de voorwaarden voor en de gevolgen van het toepassen van de grensoverschrijdende KOR.

Unie-KOR

Vanaf 2025 is het voor ondernemers mogelijk om de Unie-KOR in andere EU-lidstaten toe te passen, ook als je geen gebruikmaakt van de binnenlandse KOR. Voor het toepassen van de Unie-KOR gelden diverse voorwaarden die hierna kort worden toegelicht.

Voorwaarden

Als een ondernemer de Unie-KOR wil toepassen, gelden de volgende twee drempels:

  1. Nationale omzetdrempel: de omzetdrempel van de kleineondernemersregeling in de betreffende EU-lidstaat wordt niet overschreden (deze kan maximaal € 85.000 bedragen); én

  2. Unie-omzetdrempel: de totale EU-jaaromzet (inclusief de omzet in de lidstaat van vestiging) bedraagt maximaal € 100.000. Het gaat hierbij om de jaaromzet in zowel de lidstaten waar de ondernemer gebruik wil maken van de grensoverschrijdende KOR als alle andere EU-lidstaten.

Daarnaast geldt dat bovenstaande twee omzetdrempels in het voorafgaande kalenderjaar niet mogen zijn overschreden. Voor de lokale drempel kan een termijn van twee kalenderjaren gelden. De invulling van de KOR kan immers per EU-lidstaat verschillen.

Aanmeldprocedure

De aanmelding voor de Unie-KOR verloopt via de lidstaat van vestiging. Een Nederlandse ondernemer kan zich dus vanaf 1 januari 2025 aanmelden bij de Belastingdienst voor de Unie-KOR. Hierbij doet de ondernemer in de zogenaamde voorafgaande kennisgeving opgaaf van onder meer de lidstaat waarin hij de Unie-KOR wenst toe te passen. Het is niet verplicht om de Unie-KOR toe te passen in alle lidstaten waarin prestaties worden verricht. Tevens verstrekt de ondernemer daarbij zijn relevante omzetcijfers, zodat kan worden getoetst of wordt voldaan aan bovenvermelde twee omzetdrempels.

Na aanmelding kent de vestigingslidstaat in beginsel binnen 35 werkdagen een individueel identificatienummer toe met het achtervoegsel ‘EX’. Vanaf de datum waarop de ondernemer beschikt over dat nummer, dat in Nederland afwijkt van het btw-identificatienummer, kan de Unie-KOR worden toegepast.

Aangezien geen overgangsrecht geldt voor de Unie-KOR, kan een ondernemer die zich daarvoor aanmeldt, deze op zijn vroegst in de derde week van februari 2025 gaan toepassen. Mocht de ondernemer later in nog meer lidstaten de regeling willen toepassen dan kan dit door middel van een actualisering van de voorafgaande kennisgeving. Ook hiervoor geldt in principe een termijn van 35 werkdagen en kan de ondernemer in die lidstaten de Unie-KOR pas toepassen als de vestigingslidstaat het identificatienummer heeft bevestigd.

Wat zijn dan de gevolgen van toepassing van de Unie-KOR?

Gevolgen

Wanneer de Unie-KOR in een lidstaat wordt toegepast, zijn de leveringen van goederen en diensten in die lidstaat vrijgesteld van btw. Dit heeft gevolgen voor het btw-aftrekrecht van een ondernemer. Zo heeft een ondernemer die de binnenlandse KOR wel, maar de Unie-KOR niet toepast, geen recht op aftrek in Nederland. Voor een ondernemer die de Unie-KOR wel toepast, maar de binnenlandse KOR niet, bestaat daarentegen wel recht op aftrek van voorbelasting, voor zover de gemaakte kosten verband houden met de belaste leveringen en diensten in de eigen lidstaat.

Daarnaast geldt een rapportageverplichting bij toepassing van de Unie-KOR. Deze verplichting houdt in dat een ondernemer binnen een maand na afloop van het kalenderkwartaal zijn kwartaalomzet behaald in alle EU-lidstaten rapporteert aan de vestigingslidstaat. Als hieraan niet wordt voldaan, blijft het recht op de vrijstelling in stand, maar kan een btw-registratieplicht en -aangifteplicht, met een sanctie worden opgelegd door iedere lidstaat waarin de vrijstelling (Unie-KOR) wordt toegepast.

Verder kan een ondernemer tegen administratieve verplichtingen, zoals facturering en boekhouding, aanlopen in andere EU-lidstaten. Elke individuele EU-lidstaat bepaalt namelijk zelf of zij de ondernemer die gebruikmaakt van de KOR, ontheft van deze verplichtingen.

Bij gebruikmaking van zowel de binnenlandse KOR als de Unie-KOR geldt wel een registratie- en rapportageplicht voor de ondernemer, maar geen btw-aangifteplicht in de vestigingslidstaat. Ook bij de combinatie van de Unie-KOR met de (Import) One Stop Shop zijn er aandachtspunten.

Beëindiging

Toepassing van de Unie-KOR eindigt in de volgende vier situaties:

  1. In alle EU-lidstaten (behalve de vestigingslidstaat) direct bij overschrijding van de Unie-omzetdrempel.

  2. In de betreffende EU-lidstaat direct bij overschrijding van de nationale omzetdrempel.

  3. In één of meerdere EU-lidstaten op eigen verzoek.[1]

  4. In alle EU-lidstaten bij beëindiging van de activiteiten.

De Unie-KOR is weliswaar uniek, maar kent diverse administratieve- en rapportageverplichtingen. Het is daarom goed om hiermee rekening te houden, voordat je straks de grens overgaat met de Unie-KOR. Heb je vragen of twijfel je over het toepassen van de (Unie-)KOR? Neem dan gerust contact op met jouw contactpersoon binnen Visser & Visser of met het btw-team via: btw@visser-visser.nl. Wij denken graag met je mee.

[1] De beëindiging vindt plaats door middel van een actualisering van een eerdere kennisgeving. De beëindiging van de vrijstelling wordt van kracht op de eerste dag van het kalenderkwartaal volgend op het kwartaal waarin de actualisering is ontvangen door de lidstaat waar de ondernemer is gevestigd. Als de actualisering in de laatste maand van een kalenderkwartaal wordt ontvangen, wordt de beëindiging pas van kracht op de eerste dag van de tweede maand van het volgende kalenderkwartaal.

Aanspreekpunt
Wajid Hassan
Belastingadviseur