Splitsing en vrijstelling overdrachtsbelasting
Bij herstructureringen wordt veel gebruik gemaakt van de juridische (af)splitsing. Bij een juridische splitsing is sprake van overgang van vermogen onder algemene titel waardoor geen leveringshandelingen nodig zijn. Door middel van de splitsingsakte worden de gewenste vermogensbestanddelen dus “automatisch” overgedragen aan de andere rechtspersoon. Het is in dit geval van belang om rekening te houden met overdrachtsbelasting en de regels hieromtrent. In dit blog meer hierover.
Verhoging algemene tarief overdrachtsbelasting
In de praktijk maken ook onroerende zaken veelal deel uit van de vermogensbestanddelen die bij herstructureringen middels een splitsing worden overgedragen. Bij de verkrijging van een onroerende zaak is overdrachtsbelasting verschuldigd door degene die de onroerende zaak verkrijgt. Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting is in 2023 gestegen naar 10,4%. Gelet op het tarief in combinatie met de gestegen waardes van vastgoed kan de verschuldigde overdrachtsbelasting een groot bedrag zijn en is het dus van belang om hiermee rekening te houden.
Vrijstelling belastingheffing
Bij de verkrijging van onroerende zaken als gevolg van een afsplitsing kan gebruik worden gemaakt van een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Deze vrijstelling geldt echter niet indien de splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan van (overdrachts)belastingheffing. Hierbij geldt een tweetal bewijsvermoedens, met een tegenbewijsmogelijkheid:
- bij het ontbreken van zakelijke overwegingen wordt de splitsing geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan van belastingheffing;
- zakelijke overwegingen worden niet aanwezig geacht indien de aandelen in de gesplitste of verkrijgende rechtspersoon binnen drie jaar na de splitsing worden vervreemd aan derden.
Indien aan de splitsing geen zakelijke motieven ten grondslag liggen, zal dus aannemelijk moeten worden gemaakt dat de splitsing niet is gericht op het ontgaan van belastingheffing. Bij een eventuele overdracht van de aandelen binnen drie jaar na de splitsing zullen zakelijke overwegingen aannemelijk moeten worden gemaakt en bij de afwezigheid hiervan zal aannemelijk moeten worden gemaakt dat de splitsing niet is gericht op het ontgaan van belastingheffing.
De Belastingdienst heeft de bewijslast dat de splitsing is gericht op het uitstellen van belastingheffing. Indien er geen zakelijke overwegingen aanwezig zijn, verschuift de bewijslast naar de belastingplichtige.
In de praktijk leveren deze regels vaak discussies op met de Belastingdienst. Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat zowel het einddoel van de splitsing als de gevolgde weg zakelijk moet zijn. Het afzonderen en verkopen van een bedrijfsactiviteit kan bijvoorbeeld een zakelijke overweging zijn, waarbij de gevolgde weg (splitsing) ook zakelijk kan zijn gelet op het feit dat er sprake is van een overgang onder algemene titel. Als de toepassing van de vrijstelling overdrachtsbelasting bij splitsing de enige reden is om te kiezen voor een splitsing, zal de splitsingsvrijstelling voor de overdrachtsbelasting niet van toepassing zijn. De zakelijke overwegingen moeten zowel vanuit het perspectief van de splitsende als de verkrijgende vennootschap worden bezien.
Discussie en naheffing overdrachtsbelasting voorkomen?
Om een naheffing overdrachtsbelasting en een discussie met de Belastingdienst achteraf te voorkomen, is het verstandig om alle (zakelijke) overwegingen die van belang zijn bij een splitsing vast te leggen en te onderbouwen. Ook kan de toepassing van de vrijstelling van de overdrachtsbelasting bij splitsing vooraf worden afgestemd met de Belastingdienst.
In de meeste gevallen kan bij splitsing gebruik worden gemaakt van de vrijstelling overdrachtsbelasting! Van belang is dat hierbij de juiste stappen worden gezet. Uw adviseur van Visser & Visser kan u hierbij behulpzaam zijn.